SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 37
Downloaden Sie, um offline zu lesen
Crash Course Biodiversiteit
Rutger Vos (@rvosa)
Understanding Evolution
Structuur van de crash course
1. Biodiversiteit en Naturalis
Definitie en missie
2. Biodiversiteit over de aarde
Soortenrijkdom
Ruimtelijke patronen en processen
3. Biodiversiteit door de tijd
Fylogenetische diversiteit
Episodes van soortvorming en uitsterven
4. Tijd, ruimte, en kenmerken
Functionele diversiteit
Opbouw van diversiteit in aanpassing
5. Het belang van biodiversiteit
Ecosysteemdiensten
6. De afbraak van biodiversiteit
De toekomst van de planeet
1. Biodiversiteit en Naturalis
De definitie van biodiversiteit volgens Google:
Onze missie als wetenschappelijk instituut volgens onszelf:
Beschrijven, begrijpen en verkennen van het aantal,
de verscheidenheid en de variabiliteit van alle
levende organismen voor menselijk welzijn en de
toekomst van onze planeet
2. Biodiversiteit over de aarde
Hoeveel soorten zien we?
• Op hoe meer plekken je kijkt, hoe
meer soorten je ziet
• Deze plekken kunnen verschillende
schalen aannemen (plots, eilanden,
continenten)
• “Plekken” kunnen ook iets in de tijd
zijn, in plaats van de ruimte
(bijvoorbeeld seizoenen)
• De snelheid van toename verschilt
tussen groepen soorten
Hans ter Steege
Aantal soorten per oppervlak
Species-area curve (Preston, 1962)
S = cAz
log(S) = log(c) + z * log(A)
S = Soortenrijkdom
c = Constante
A = Areaal
z = Constante
Toegepast op eilanden
(MacArthur & Wilson, 1967)
De invloed van geografische breedte
• Soortenrijkdom aan vogels in 47 tropische graslanden
• Kleurcodes zijn rangorde qua soortenrijkdom van 1 (rood) tot 47 (geel)
A. Curves zijn nonlineaire modellen, grijs een interval waar I-V buiten vallen
B. Loglinear verband (Preston, 1962), waar 1-5 van afwijken
C. De gebieden 1-5 (zie B)
D. De gebieden I-V (zie A)
Hoe dichter bij de
evenaar, hoe meer
soorten. Dus boven
het verband tussen
areaal en aantal
soorten.
Mondiale patronen van soortenrijkdom
Tropen Bergen Lange kustlijn
Vincent Merckx
Kruispunten
Biodiversiteit over de aarde
Samengevat, wat betreft aantallen soorten:
• Grote gebieden / eilanden → meer soorten
• Kleine en/of geïsoleerde eilanden → minder soorten
• Meer soorten in de tropen, in de bergen, en in plekken
met dynamische, diverse fysische geografie
• Meer soorten op “kruispunten”, zoals landbruggen
3. Biodiversiteit door de tijd
De accumulatie van soorten
Biodiversiteit is het netto resultaat van soortvorming - uitsterven
A. Zonder uitsterven en met constante soortvorming: lineair verband
tussen tijd en log(aantal afstammelingen)
B. Snelle soortvorming in het begin, daarna minder snel: verzadiging?
C. Vooral recente afstammelingen. Kan komen door recente versnelde
soortvorming of door uitsterven.
Uitsterven en vervanging
Luis Valente
Nieuwe kansen, snelle soortvorming
Versnelde soortvorming (speciatie) kan plaatsvinden als er zich
nieuwe ruimte aandient, bijvoorbeeld door:
• ontstaan van vulkanische eilanden, zoals Hawaii, Galapagos,
Canarische eilanden
• opduwen van bergketens, zoals Andes, Himalaya, Caucasus,
Alpen
Het patroon van genetische verscheidenheid - de fylogenie - laat
dan een explosie van nieuwe afstammelingen zien (radiatie)
Fylogenetische diversiteit
De tuatara Henry,
111 jaar oud
Mondiale soortenrijkdom versus
fylogenetische diversiteit
Fylogenetische diversiteit t.o.v. soortenrijkdom
Soortenrijkdom
Gebieden met veel soorten kunnen
juist weinig fylogenetische diversi-
teit hebben. Hoe kan dat?
De hoge soortenrijkdom kan het
gevolg zijn van radiaties waarbij in
korte tijd veel soorten ontstaan.
Er wordt dan dus weinig ‘taklengte’
opgebouwd, en dus lage FD in
verhouding tot het aantal
soorten.
Wat moeten we beschermen?
Grote aantallen soorten? Of
unieke soorten?
Biodiversiteit door de tijd
Samengevat:
• Biodiversiteit = soortvorming – uitsterven
• Uitsterven is niet constant, grote rampen kunnen
leiden tot massaal uitsterven
• Soortvorming is niet constant, het kan versnellen
tijdens radiaties
• Beide processen zijn terug te zien in
fylogenetische bomen
• Afstammingslijnen die lang, onafhankelijk blijven
bestaan dragen bij aan fylogenetische diversiteit
4. Tijd, ruimte en kenmerken
Diversiteit in kenmerken
• De lengte van de takken van deze
fylogenie geeft de mate van
opbouw van kenmerken weer
• Vaak staat dit rechtstreeks in
verhouding tot tijd, maar soms gaat
de opbouw (tijdelijk) sneller
• De soorten in gebied A hebben een
breder spectrum aan kenmerken
dan die in gebied B
• De diversiteit aan kenmerken is
groter in gebied A
• Hoge diversiteit aan kenmerken
hangt vaak samen met hogere
biomassa (en andere nuttige
dingen!)
Welke diversiteit is belangrijk?
Tijdens een radiatie kan in korte tijd een grote diversiteit aan vorm en functie
ontstaan. Omdat de soorten jong zijn, vertegenwoordigen ze maar weinig diversiteit
aan evolutionaire geschiedenis, en voor veel (neutrale) genen ook maar weinig
genetische diversiteit.
De taklengtes van deze fylogenie zouden er bijvoorbeeld heel anders uit kunnen
zien als ze functionele diversiteit vertegenwoordigden. Welke vorm van diversiteit
vinden we dan belangrijk?
Soortenrijkdom t.o.v.
functionele diversiteit
Een vergelijking van de
dichtheid aan soorten en de
functionele diversiteit gaat
net zo in tegen de intuïtie
als de vergelijking met
fylogenetische diversiteit.
Op plekken met veel
soorten lijken veel soorten
ongeveer hetzelfde te doen,
terwijl op armere plekken
de soorten ieder meer lijken
te doen.
Ze lijken bredere niches te
hebben.
De niche
De niche (=nis) is de ruimte
binnen een bepaalde combinatie
aan omgevingsfactoren waarin
een soort beter past (=fit) dan alle
andere.
Als een soort hogere tolerantie
heeft - meer generalistisch is –
dan heeft die een bredere niche
dan een gespecialiseerde soort.
Stabiliteit en rijkdom van de omgeving
Functionele diversiteit en
geografische breedte
De Galapagos eilanden zijn extreem instabiel:
- Vulkanisch
- Heet en droog
- Gevoelig voor El Niño
Per soort dus brede niches en dus ook een in
totaal hoge functionele diversiteit
Katja Peijnenburg
Variabiliteit
Gezonde populaties laten variatie zien:
- Genetisch
- Morfologisch
Variatie heeft vaak een geografische
structuur, wat iets zegt over lokale
aanpassingen en wellicht ondersoorten
Om deze variabiliteit te kunnen
onderzoeken verzamelen we meerdere
specimens van een soort
Frederic Lens
Tijd, ruimte en kenmerken
Samengevat:
• We onderscheiden drie
vormen van diversiteit:
soortenrijkdom,
fylogenetische diversiteit, en
functionele diversiteit
• De drie vormen van
biodiversiteit zijn maar licht
gecorreleerd en vormen
complexe ruimtelijke patronen
• Functionele diversiteit
ontstaat door het opvullen van
niches
Diversificatiespel:
naturalis.github.io/browbrow Rutger Vos
5. Het belang van biodiversiteit
Ecosysteemdiensten
Voor het leveren van deze
diensten is biodiversiteit van
belang:
• Redundancy hypothesis –
‘overtollige’ soorten verhogen
de weerstand van het systeem
• Portfolio effect – een breed
spectrum aan soorten met
verschillende responses
verhoogt de stabiliteit van het
systeem
Koos Biesmeijer
Hoe vertaalt de theorie naar
ecosysteemdiensten?
• Soortenrijkdom is een grove inschatting voor de weerstand en
stabiliteit van een ecosysteem
• Fylogenetische diversiteit drukt de uniciteit van soorten uit,
bijvoorbeeld in relatie tot hun symbolische/culturele waarde
• Functionele diversiteit en de specifieke kenmerken die daaraan
bijdragen zijn indicatoren voor de kwaliteit van ecosysteemdiensten
Kevin Beentjes
6. De afbraak van biodiversiteit
De 6e massa-extinctie is nu
Vervanging van megafauna
Vernietiging van habitats
Klimaatverandering
De menselijke invloed
Samenvatting
De biodiversiteit wordt bedreigd door een scala aan
menselijke activiteiten:
• Bejaging, bevissing, andere vormen van extractie
• Habitatvernietiging en landgebruik
• Vervuiling en klimaatverandering
• Invasieve soorten
Aan ons de taak om dit
onder de aandacht te brengen
Bedankt voor
jullie aandacht

Weitere ähnliche Inhalte

Mehr von Rutger Vos

Anna Karenina on hooves - what makes an animal fit for domestication?
Anna Karenina on hooves - what makes an animal fit for domestication?Anna Karenina on hooves - what makes an animal fit for domestication?
Anna Karenina on hooves - what makes an animal fit for domestication?Rutger Vos
 
10 Misverstanden Over Evolutie
10 Misverstanden Over Evolutie10 Misverstanden Over Evolutie
10 Misverstanden Over EvolutieRutger Vos
 
Natural history research as a replicable data science
Natural history research as a replicable data scienceNatural history research as a replicable data science
Natural history research as a replicable data scienceRutger Vos
 
Species delimitation - species limits and character evolution
Species delimitation - species limits and character evolutionSpecies delimitation - species limits and character evolution
Species delimitation - species limits and character evolutionRutger Vos
 
Onderzoek bio-informatica Naturalis. Raad voor Cultuur 2017.
Onderzoek bio-informatica Naturalis. Raad voor Cultuur 2017.Onderzoek bio-informatica Naturalis. Raad voor Cultuur 2017.
Onderzoek bio-informatica Naturalis. Raad voor Cultuur 2017.Rutger Vos
 
Robot eye for the butterfly
Robot eye for the butterflyRobot eye for the butterfly
Robot eye for the butterflyRutger Vos
 
Taxonomic classification of digitized specimens using machine learning
Taxonomic classification of digitized specimens using machine learningTaxonomic classification of digitized specimens using machine learning
Taxonomic classification of digitized specimens using machine learningRutger Vos
 
Self-Updating Platform for the Estimation of Rates of Speciation, Migration A...
Self-Updating Platform for the Estimation of Rates of Speciation, Migration A...Self-Updating Platform for the Estimation of Rates of Speciation, Migration A...
Self-Updating Platform for the Estimation of Rates of Speciation, Migration A...Rutger Vos
 
Assembling the Tree of Life from public DNA sequence data
Assembling the Tree of Life from public DNA sequence dataAssembling the Tree of Life from public DNA sequence data
Assembling the Tree of Life from public DNA sequence dataRutger Vos
 
Hoe leer je een robot soorten te herkennen?
Hoe leer je een robot soorten te herkennen?Hoe leer je een robot soorten te herkennen?
Hoe leer je een robot soorten te herkennen?Rutger Vos
 
Modeling the biosphere: the natural historian's perspective
Modeling the biosphere: the natural historian's perspectiveModeling the biosphere: the natural historian's perspective
Modeling the biosphere: the natural historian's perspectiveRutger Vos
 
Kunnen we een tomaat van 400 jaar oud proeven
Kunnen we een tomaat van 400 jaar oud proevenKunnen we een tomaat van 400 jaar oud proeven
Kunnen we een tomaat van 400 jaar oud proevenRutger Vos
 
PhyloTastic: names-based phyloinformatic data integration
PhyloTastic: names-based phyloinformatic data integrationPhyloTastic: names-based phyloinformatic data integration
PhyloTastic: names-based phyloinformatic data integrationRutger Vos
 
SUPERSMART pipeline intro
SUPERSMART pipeline introSUPERSMART pipeline intro
SUPERSMART pipeline introRutger Vos
 
Reconstructing paleoenvironments using metagenomics
Reconstructing paleoenvironments using metagenomicsReconstructing paleoenvironments using metagenomics
Reconstructing paleoenvironments using metagenomicsRutger Vos
 
Synthesising disparate data resources to obtain composite estimates of geophy...
Synthesising disparate data resources to obtain composite estimates of geophy...Synthesising disparate data resources to obtain composite estimates of geophy...
Synthesising disparate data resources to obtain composite estimates of geophy...Rutger Vos
 
The Galaxy bioinformatics workflow environment
The Galaxy bioinformatics workflow environmentThe Galaxy bioinformatics workflow environment
The Galaxy bioinformatics workflow environmentRutger Vos
 
Retrieving useful information from connected specimen- and data collections
Retrieving useful information from connected specimen- and data collectionsRetrieving useful information from connected specimen- and data collections
Retrieving useful information from connected specimen- and data collectionsRutger Vos
 
NeXML - phylogenetic data as XML
NeXML - phylogenetic data as XMLNeXML - phylogenetic data as XML
NeXML - phylogenetic data as XMLRutger Vos
 
Vos at NCB Naturalis
Vos at NCB NaturalisVos at NCB Naturalis
Vos at NCB NaturalisRutger Vos
 

Mehr von Rutger Vos (20)

Anna Karenina on hooves - what makes an animal fit for domestication?
Anna Karenina on hooves - what makes an animal fit for domestication?Anna Karenina on hooves - what makes an animal fit for domestication?
Anna Karenina on hooves - what makes an animal fit for domestication?
 
10 Misverstanden Over Evolutie
10 Misverstanden Over Evolutie10 Misverstanden Over Evolutie
10 Misverstanden Over Evolutie
 
Natural history research as a replicable data science
Natural history research as a replicable data scienceNatural history research as a replicable data science
Natural history research as a replicable data science
 
Species delimitation - species limits and character evolution
Species delimitation - species limits and character evolutionSpecies delimitation - species limits and character evolution
Species delimitation - species limits and character evolution
 
Onderzoek bio-informatica Naturalis. Raad voor Cultuur 2017.
Onderzoek bio-informatica Naturalis. Raad voor Cultuur 2017.Onderzoek bio-informatica Naturalis. Raad voor Cultuur 2017.
Onderzoek bio-informatica Naturalis. Raad voor Cultuur 2017.
 
Robot eye for the butterfly
Robot eye for the butterflyRobot eye for the butterfly
Robot eye for the butterfly
 
Taxonomic classification of digitized specimens using machine learning
Taxonomic classification of digitized specimens using machine learningTaxonomic classification of digitized specimens using machine learning
Taxonomic classification of digitized specimens using machine learning
 
Self-Updating Platform for the Estimation of Rates of Speciation, Migration A...
Self-Updating Platform for the Estimation of Rates of Speciation, Migration A...Self-Updating Platform for the Estimation of Rates of Speciation, Migration A...
Self-Updating Platform for the Estimation of Rates of Speciation, Migration A...
 
Assembling the Tree of Life from public DNA sequence data
Assembling the Tree of Life from public DNA sequence dataAssembling the Tree of Life from public DNA sequence data
Assembling the Tree of Life from public DNA sequence data
 
Hoe leer je een robot soorten te herkennen?
Hoe leer je een robot soorten te herkennen?Hoe leer je een robot soorten te herkennen?
Hoe leer je een robot soorten te herkennen?
 
Modeling the biosphere: the natural historian's perspective
Modeling the biosphere: the natural historian's perspectiveModeling the biosphere: the natural historian's perspective
Modeling the biosphere: the natural historian's perspective
 
Kunnen we een tomaat van 400 jaar oud proeven
Kunnen we een tomaat van 400 jaar oud proevenKunnen we een tomaat van 400 jaar oud proeven
Kunnen we een tomaat van 400 jaar oud proeven
 
PhyloTastic: names-based phyloinformatic data integration
PhyloTastic: names-based phyloinformatic data integrationPhyloTastic: names-based phyloinformatic data integration
PhyloTastic: names-based phyloinformatic data integration
 
SUPERSMART pipeline intro
SUPERSMART pipeline introSUPERSMART pipeline intro
SUPERSMART pipeline intro
 
Reconstructing paleoenvironments using metagenomics
Reconstructing paleoenvironments using metagenomicsReconstructing paleoenvironments using metagenomics
Reconstructing paleoenvironments using metagenomics
 
Synthesising disparate data resources to obtain composite estimates of geophy...
Synthesising disparate data resources to obtain composite estimates of geophy...Synthesising disparate data resources to obtain composite estimates of geophy...
Synthesising disparate data resources to obtain composite estimates of geophy...
 
The Galaxy bioinformatics workflow environment
The Galaxy bioinformatics workflow environmentThe Galaxy bioinformatics workflow environment
The Galaxy bioinformatics workflow environment
 
Retrieving useful information from connected specimen- and data collections
Retrieving useful information from connected specimen- and data collectionsRetrieving useful information from connected specimen- and data collections
Retrieving useful information from connected specimen- and data collections
 
NeXML - phylogenetic data as XML
NeXML - phylogenetic data as XMLNeXML - phylogenetic data as XML
NeXML - phylogenetic data as XML
 
Vos at NCB Naturalis
Vos at NCB NaturalisVos at NCB Naturalis
Vos at NCB Naturalis
 

Crash Course Biodiversiteit

  • 1. Crash Course Biodiversiteit Rutger Vos (@rvosa) Understanding Evolution
  • 2. Structuur van de crash course 1. Biodiversiteit en Naturalis Definitie en missie 2. Biodiversiteit over de aarde Soortenrijkdom Ruimtelijke patronen en processen 3. Biodiversiteit door de tijd Fylogenetische diversiteit Episodes van soortvorming en uitsterven 4. Tijd, ruimte, en kenmerken Functionele diversiteit Opbouw van diversiteit in aanpassing 5. Het belang van biodiversiteit Ecosysteemdiensten 6. De afbraak van biodiversiteit De toekomst van de planeet
  • 3. 1. Biodiversiteit en Naturalis De definitie van biodiversiteit volgens Google: Onze missie als wetenschappelijk instituut volgens onszelf: Beschrijven, begrijpen en verkennen van het aantal, de verscheidenheid en de variabiliteit van alle levende organismen voor menselijk welzijn en de toekomst van onze planeet
  • 5. Hoeveel soorten zien we? • Op hoe meer plekken je kijkt, hoe meer soorten je ziet • Deze plekken kunnen verschillende schalen aannemen (plots, eilanden, continenten) • “Plekken” kunnen ook iets in de tijd zijn, in plaats van de ruimte (bijvoorbeeld seizoenen) • De snelheid van toename verschilt tussen groepen soorten Hans ter Steege
  • 6. Aantal soorten per oppervlak Species-area curve (Preston, 1962) S = cAz log(S) = log(c) + z * log(A) S = Soortenrijkdom c = Constante A = Areaal z = Constante Toegepast op eilanden (MacArthur & Wilson, 1967)
  • 7. De invloed van geografische breedte • Soortenrijkdom aan vogels in 47 tropische graslanden • Kleurcodes zijn rangorde qua soortenrijkdom van 1 (rood) tot 47 (geel) A. Curves zijn nonlineaire modellen, grijs een interval waar I-V buiten vallen B. Loglinear verband (Preston, 1962), waar 1-5 van afwijken C. De gebieden 1-5 (zie B) D. De gebieden I-V (zie A) Hoe dichter bij de evenaar, hoe meer soorten. Dus boven het verband tussen areaal en aantal soorten.
  • 8. Mondiale patronen van soortenrijkdom Tropen Bergen Lange kustlijn Vincent Merckx
  • 10. Biodiversiteit over de aarde Samengevat, wat betreft aantallen soorten: • Grote gebieden / eilanden → meer soorten • Kleine en/of geïsoleerde eilanden → minder soorten • Meer soorten in de tropen, in de bergen, en in plekken met dynamische, diverse fysische geografie • Meer soorten op “kruispunten”, zoals landbruggen
  • 12. De accumulatie van soorten Biodiversiteit is het netto resultaat van soortvorming - uitsterven A. Zonder uitsterven en met constante soortvorming: lineair verband tussen tijd en log(aantal afstammelingen) B. Snelle soortvorming in het begin, daarna minder snel: verzadiging? C. Vooral recente afstammelingen. Kan komen door recente versnelde soortvorming of door uitsterven.
  • 14. Nieuwe kansen, snelle soortvorming Versnelde soortvorming (speciatie) kan plaatsvinden als er zich nieuwe ruimte aandient, bijvoorbeeld door: • ontstaan van vulkanische eilanden, zoals Hawaii, Galapagos, Canarische eilanden • opduwen van bergketens, zoals Andes, Himalaya, Caucasus, Alpen Het patroon van genetische verscheidenheid - de fylogenie - laat dan een explosie van nieuwe afstammelingen zien (radiatie)
  • 16. Mondiale soortenrijkdom versus fylogenetische diversiteit Fylogenetische diversiteit t.o.v. soortenrijkdom Soortenrijkdom Gebieden met veel soorten kunnen juist weinig fylogenetische diversi- teit hebben. Hoe kan dat? De hoge soortenrijkdom kan het gevolg zijn van radiaties waarbij in korte tijd veel soorten ontstaan. Er wordt dan dus weinig ‘taklengte’ opgebouwd, en dus lage FD in verhouding tot het aantal soorten. Wat moeten we beschermen? Grote aantallen soorten? Of unieke soorten?
  • 17. Biodiversiteit door de tijd Samengevat: • Biodiversiteit = soortvorming – uitsterven • Uitsterven is niet constant, grote rampen kunnen leiden tot massaal uitsterven • Soortvorming is niet constant, het kan versnellen tijdens radiaties • Beide processen zijn terug te zien in fylogenetische bomen • Afstammingslijnen die lang, onafhankelijk blijven bestaan dragen bij aan fylogenetische diversiteit
  • 18. 4. Tijd, ruimte en kenmerken
  • 19. Diversiteit in kenmerken • De lengte van de takken van deze fylogenie geeft de mate van opbouw van kenmerken weer • Vaak staat dit rechtstreeks in verhouding tot tijd, maar soms gaat de opbouw (tijdelijk) sneller • De soorten in gebied A hebben een breder spectrum aan kenmerken dan die in gebied B • De diversiteit aan kenmerken is groter in gebied A • Hoge diversiteit aan kenmerken hangt vaak samen met hogere biomassa (en andere nuttige dingen!)
  • 20. Welke diversiteit is belangrijk? Tijdens een radiatie kan in korte tijd een grote diversiteit aan vorm en functie ontstaan. Omdat de soorten jong zijn, vertegenwoordigen ze maar weinig diversiteit aan evolutionaire geschiedenis, en voor veel (neutrale) genen ook maar weinig genetische diversiteit. De taklengtes van deze fylogenie zouden er bijvoorbeeld heel anders uit kunnen zien als ze functionele diversiteit vertegenwoordigden. Welke vorm van diversiteit vinden we dan belangrijk?
  • 21. Soortenrijkdom t.o.v. functionele diversiteit Een vergelijking van de dichtheid aan soorten en de functionele diversiteit gaat net zo in tegen de intuïtie als de vergelijking met fylogenetische diversiteit. Op plekken met veel soorten lijken veel soorten ongeveer hetzelfde te doen, terwijl op armere plekken de soorten ieder meer lijken te doen. Ze lijken bredere niches te hebben.
  • 22. De niche De niche (=nis) is de ruimte binnen een bepaalde combinatie aan omgevingsfactoren waarin een soort beter past (=fit) dan alle andere. Als een soort hogere tolerantie heeft - meer generalistisch is – dan heeft die een bredere niche dan een gespecialiseerde soort.
  • 23. Stabiliteit en rijkdom van de omgeving
  • 24. Functionele diversiteit en geografische breedte De Galapagos eilanden zijn extreem instabiel: - Vulkanisch - Heet en droog - Gevoelig voor El Niño Per soort dus brede niches en dus ook een in totaal hoge functionele diversiteit Katja Peijnenburg
  • 25. Variabiliteit Gezonde populaties laten variatie zien: - Genetisch - Morfologisch Variatie heeft vaak een geografische structuur, wat iets zegt over lokale aanpassingen en wellicht ondersoorten Om deze variabiliteit te kunnen onderzoeken verzamelen we meerdere specimens van een soort Frederic Lens
  • 26. Tijd, ruimte en kenmerken Samengevat: • We onderscheiden drie vormen van diversiteit: soortenrijkdom, fylogenetische diversiteit, en functionele diversiteit • De drie vormen van biodiversiteit zijn maar licht gecorreleerd en vormen complexe ruimtelijke patronen • Functionele diversiteit ontstaat door het opvullen van niches Diversificatiespel: naturalis.github.io/browbrow Rutger Vos
  • 27. 5. Het belang van biodiversiteit
  • 28. Ecosysteemdiensten Voor het leveren van deze diensten is biodiversiteit van belang: • Redundancy hypothesis – ‘overtollige’ soorten verhogen de weerstand van het systeem • Portfolio effect – een breed spectrum aan soorten met verschillende responses verhoogt de stabiliteit van het systeem Koos Biesmeijer
  • 29. Hoe vertaalt de theorie naar ecosysteemdiensten? • Soortenrijkdom is een grove inschatting voor de weerstand en stabiliteit van een ecosysteem • Fylogenetische diversiteit drukt de uniciteit van soorten uit, bijvoorbeeld in relatie tot hun symbolische/culturele waarde • Functionele diversiteit en de specifieke kenmerken die daaraan bijdragen zijn indicatoren voor de kwaliteit van ecosysteemdiensten Kevin Beentjes
  • 30. 6. De afbraak van biodiversiteit
  • 36. Samenvatting De biodiversiteit wordt bedreigd door een scala aan menselijke activiteiten: • Bejaging, bevissing, andere vormen van extractie • Habitatvernietiging en landgebruik • Vervuiling en klimaatverandering • Invasieve soorten Aan ons de taak om dit onder de aandacht te brengen